Glastuinbouw

Beeld: Sotto le Stelle

Glastuinbouw
De glastuinbouw is belangrijk voor de Nederlandse economie. De waarde van de onder glas geteelde producten bedraagt ongeveer 7,7 miljard euro. Veel van de hier-geteelde groenten, bloemen en planten worden naar het buitenland geëxporteerd. De oudste glastuinbouwgebieden in Nederland zijn het Westland en Aalsmeer. Al in het begin van de 19e eeuw werd glas gebruikt om serres te bouwen voor de productie van druiven. Het is niet voor niets dat Westland de bijnaam ‘Glazen Stad’ heeft gekregen!

Geen landbouw, maar industrie
De glastuinbouw is eigenlijk meer een industriële activiteit dan een landbouwactiviteit. Steeds meer kassen worden verlicht door speciale verlichting, zogenaamde assimilatieverlichting. Dit is kunstverlichting die eigenlijk als tweede zon fungeert, waardoor gewassen sneller en kwalitatief beter groeien. Bovendien is het op deze manier mogelijk om gedurende het hele jaar producten aan te bieden die normaal seizoensgebonden zijn. Vooral rozen en andere snijbloemen doen het goed bij assimilatieverlichting.

De gehele sector telt op tot een jaarlijks energieverbruik van 2 miljard kWh/jaar, zijnde 1,7 % van het totale energieverbruik van Nederland (zie rapport). Doordat een deel van het licht de kas verlaat via het dak, zien we roodgele luchten boven kasgebieden. Deze gloed is op zeer grote afstand waar te nemen. Zelfs op foto’s vanuit de ruimte (International Space Station) valt het nachtelijk licht uit kassen op!

 

Amsterdam, met aan de horizon de kassen van Aalsmeer. Beeld: Tjibbe Donker


Afscherming
Op dit moment worden in de meeste kassen al verschillende vormen van afscherming gebruikt. Naast de reductie van lichtvervuiling, brengt het meerdere voordelen met zich mee. Zo wordt er licht terug gereflecteerd met behulp van een wit oppervlak aan de onderkant van veel schermdoeken. Daar profiteren de planten van. Aangezien de schermen ook warmte tegenhouden, is er minder verwarming nodig.
Dit levert helaas meteen een nadeel op: tijdens de nachten kan het juist te warm en vochtig worden onder de schermen, wat leidt tot een hoger risico op schimmelziekten. Dit maakt het noodzakelijk om in de nanacht het schermdoek gedeeltelijk open te zetten.

De vakgroep LTO Glastuinbouw en Stichting Natuur en Milieu (in samenwerking met Platform Lichthinder) hebben in 2004 een akkoord bereikt over de aanpak van lichthinder door kassen. De bestaande wettelijke regels (onder meer verplichte zijafscherming) moeten beter worden nageleefd en gehandhaafd. Ook wordt de lichtuitstraling naar boven beperkt met al aanwezige (energie)schermen.

Huidige regelgeving
Kassen die in de nacht assimilatie verlichting toepassen, moeten van een lichtscherminstallatie zijn voorzien. Deze moet voldoen aan een aantal regels. Zo moeten de kassen een zijgevel- en bovenscherm met tenminste 98% licht reductie hebben. Bij een relatief ‘lage’ verlichtingssterkte (minder dan 15.000 lux) én tijdens de zogenaamde nanacht, mag het bovenscherm effectief 74% licht reductie bieden. De nanacht is seizoensafhankelijk en begint in de maanden november t/m maart om 24.00u en in april t/m oktober om 02.00u. Dit betekent dat het schermdoek voor maximaal een kwart open mag worden gezet.

De totale wetgeving is vastgelegd in het ‘Activiteitenbesluit’ onder paragraaf 3.5.1. Deze is volledig te vinden op de website van de Overheid of hier kort samengevat. Een algemeen overzicht over de wetgeving omtrent lichthinder is hier te vinden.