Verkeer
Verkeer(de) verlichting
Grote straten, provinciale wegen en snelwegen worden verlicht om de verkeersveiligheid te vergroten. Tot een bepaald lichtniveau is dit geldig. Er zijn echter situaties waarbij te veel licht zorgt voor onveiligheid. In België zijn bijna twee maal zoveel dodelijke verkeersongelukken als in Nederland, terwijl de verlichting daar hoger is afgesteld en bijna alle snelwegen zijn verlicht.
In Frankrijk en Duitsland, waar men spaarzamer omspringt met openbare verlichting, gebeuren procentueel veel minder ongevallen. Ook in Nederland blijkt dat slechts een miniem deel van de verkeersongevallen zich voordoet op onverlichte wegen, zo toonde een studie van Luc Beaucourt aan.
Verblindend licht
Verblinding door plots opduikende lichtobjecten is een reëel gevaar op veel wegen in Nederland. Het meest veilige lichtniveau is gelijkmatige verlichting, maar op veel plekken worden automobilisten geconfronteerd met fel licht dat de ogen voor korte tijd verblindt. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties, omdat onze ogen zich opeens moeten aanpassen van donker naar licht.
Ernstiger is de periode ná de verblinding. Dan moeten de ogen weer wennen aan het oude lichtniveau en dit gaat vele malen langzamer dan het wennen aan fel licht. Hierdoor is de automobilist tijdelijk niet goed in staat duidelijke contrasten waar te nemen. Daarom zouden felle lichtobjecten langs autowegen moeten worden vermeden.
Verkeerskunde, het vaktijdschrift over verkeer en vervoer, berichtte in maart 2003 over een onderzoek naar de kosten en baten van verschillende investeringen in de veiligheid van weggebruikers. Het opvoeren van het verlichtingsniveau op snelwegen bleek niet te leiden tot meer veiligheid. Sterker nog, het aantal verkeersongevallen nam toe met 0,4 per jaar, terwijl er per 100 meter 55.000 euro moest worden neergeteld voor de verlichting.