01 okt 2015

De sterrenhemel verdwijnt langzaam boven Nederland waardoor jonge generaties niet meer kunnen genieten van de pracht van een sterrenhemel. Dat zegt sterrenkundige en wetenschapsjournalist Govert Schilling in een interview op de NachtvandeNacht website. Er zijn op dit moment nog maar een paar gebieden in Nederland waar het donker genoeg is om te kunnen genieten van het heelal. Door lichtvervuiling van straatlantaarns die te veel naar boven en naar de zijkant schijnen (dus inefficiënt zijn), door aanlichting van gebouwen en door overdadige reclameverlichting verslechtert het zicht op de sterren. Op 24 oktober is het de Nacht van de Nacht. Dan doven honderden gemeenten en bedrijven de reclameverlichting en aanlichting van gebouwen. Indien meer gemeenten en bedrijven dit voorbeeld volgen en niet alleen tijdens de Nacht van de Nacht de lichten doven komt de sterrenhemel weer langzaam terug in Nederland. Schilling geeft als idee mee om dat stapsgewijs te doen eerst eens per maand, dan eens per week.

Er is veel bebouwing bij gekomen de laatste jaren en ook de overdaad aan kunstlicht verslechtert het zicht op de sterren. ‘Ik ben ambassadeur van de Nacht van de Nacht geworden omdat voor mij het behoud van de duisternis zo belangrijk is,’ aldus Schilling. ‘Er groeit op dit moment een hele generatie jonge kinderen op die de sterrenhemel nog nooit goed heeft gezien, die geen idee hebben over de Melkweg.’

Nacht van de Nacht
Dit jaar organiseren de Natuur en Milieufederaties voor de elfde keer de Nacht van de Nacht. Nederland is een van de lichtste landen ter wereld. Dat hoeft helemaal niet want verlichten kan tegenwoordig slimmer, creatiever en duurzamer. Hierdoor wordt geld en energie bespaard en vermindert de CO2 uitstoot. Volgens een rapport uit 2011 dat Rijkswaterstaat liet opstellen blijkt dat minder verlichten op rustige tijden s’ nachts (tot 100 motorvoertuigen per uur) geen meetbaar effect geeft op de verkeersveiligheid.