27 sep 2013

 

Stel dat je een stadsbewoner geblinddoekt naar een andere plek zou mogen brengen. En dat je hem daar zou mogen verrassen. Waar zou je hem op trakteren? Ik zou kiezen voor de sterrenhemel. De sterrenhemel is het grootste huis dat wij bewonen. Wie daar niet een beetje de weg kent, is niet helemaal thuis. De traktatie van de kosmos is niet minder dan een ‘homecoming’. Denkers hebben erop gewezen dat weten wie je bent ook betekent: weten wáár je bent. Een mens zonder notie van de kosmos is als een dakloze met een latente identiteitscrisis. Dit laatste slaat ook op onze cultuur. Die cultuur is in belangrijke mate het resultaat van de Wetenschappelijke Revolutie en de Verlichting. De grap is dat diezelfde Verlichting heeft bijdragen aan een verduistering van de kosmos. Is de jachtigheid van onze tijd een teken dat we niet meer weten waar we heen willen? Dit laatste is een motief in mijn roman Sterrenmoord. Die begint met de vraag der vragen: ‘Bestaat er een verbinding tussen de kosmos en het goede?’ In het boek – geschreven als een thriller – zijn ineens alle sterren verdwenen. De wereld zonder sterrenhemel blijkt een hel. Gelukkig tekent zich aan het slot – als de sterren op wonderbaarlijke wijze terugkomen – een nieuwe toekomst af. Om dat vast te houden, besluit de mensheid om één keer per maand op de hele planeet alle lichten te doven. Een tijdelijke wereldverduistering als oefening voor een Nieuwe Verlichting. Stel je voor: je staat met gesloten ogen op De Dam, op Times Square, of op het Rode Plein. Klokslag twaalf open je je ogen. En zie: de sterrenhemel staat als een kathedraal over de wereld. Een groter wonder is nauwelijks denkbaar. Natuurlijk is het ingewikkeld om te organiseren. Maar het kan. De Nacht van de Nacht is een prachtige prélude op wat nog kan komen.

Govert Derix is filosoof en schrijver van de roman Sterrenmoord, door De Wereld Draait Door, The Optimist/Ode en het Digitaal Universiteitsblad van de Universiteit Utrecht getipt als zomerboek.