"Volle maan"

Joke Meijer is projectleider BioClock en hoogleraar bij het Leids Universitair Medisch Centrum én ambassadeur van Nacht van de Nacht. Samen met Anneloes Opperhuizen, coördinator van het BioClock Consortium, schreef ze voor Nacht van de Nacht een artikel over het belang van de volle maan.  

03 jul 2023

Al het leven op Aarde is ontstaan onder de dagelijkse aanwezigheid van de zonsopkomst en zonsondergang. Het voorspelbare ritme van de aan- en afwezigheid van zonlicht is door organismen gebruikt om een intern klokmechanisme te ontwikkelen; de biologische klok. Deze klok zorgt voor ritmes in allerlei fysiologische processen van gedrag tot energieregulatie, van afweer tot voortplanting. Veel van deze ritmes zijn dag- en nachtritmes, die zich ieder etmaal herhalen. Maar ook seizoensritmes zijn ontstaan met afhankelijkheid van zonlicht en worden gestuurd door de biologische klok. Bijvoorbeeld de voortplanting van veel diersoorten die in de lente plaatsvindt, of migratie van vogels, padden en vissen.

Planten, dieren en mensen gebruiken het licht van de zon om te weten hoe laat het is. Dit licht is essentiële informatie voor de klok over de tijd van de buitenwereld, en deze informatie wordt door het organisme gebruikt om zich voor te bereiden op wat er komen gaat. Tijd om te ontwaken, voedsel te zoeken, te schuilen, een partner te zoeken of te vertrekken naar een goede broedplaats? Cruciale beslissingen voor de overleving van een organisme. Dat de zon ’s ochtends opkomt is net zo belangrijk voor de biologische klok als dat de zon ’s avonds weer onder gaat. Zo zijn er ook dag- en nachtdieren ontstaan. Voor een dagdier betekent zonsopkomst dat het tijd is om actief te worden, terwijl een nachtdier dan de rust zal opzoeken. Omgekeerd is het vallen van de duisternis een belangrijk teken voor een nachtdier om te ontwaken en op zoek te gaan naar voedsel.

Miljoenen jaren lang leidde zonsondergang tot bijna volkomen duisternis, alleen de maan zorgde voor licht op Aarde gedurende de nacht. In de afgelopen decennia is dit veranderd. Er is veel kunstlicht gekomen, en dit kan het maximale licht van de maan compleet overstemmen. In lichteenheden uitgedrukt geeft een volle maan 0.3 lux (een kaars op 1 meter afstand geeft 1 lux aan licht), en in alle andere fases van de maan is er dus nog minder licht. Tot een kwart eeuw geleden waren dat de nachtelijke omstandigheden waarin talloze planten, insecten en andere dieren leefden.

Door de gigantische lichtvervuiling, is het ’s nachts nog maar op enkele plaatsen in Nederland donker. We zien daardoor nog maar amper sterren en verstoren ook de biologische klok van veel diersoorten. Vleermuizen, vogels, amfibieën, vissen en insecten raken op deze manier in de war. Zo weten we dat de migratie van vogels en vissen een andere wending neemt, dat insecten zich anders gedragen waardoor de nachtelijke bestuiving van planten in gevaar komt, en vogels en vleermuizen minder voedsel vinden omdat hun prooi op een ander tijdstip actief is. We onderkennen nog maar heel recent dat lichtvervuiling schadelijk is voor biodiversiteit, door een storing van de biologische klok, en dat de gevolgen voor de voedselketen omvangrijk zijn.

Terwijl het onderzoek in volle vaart doorgaat weten biologen het al zeker: al het licht dat meer is dan volle maan, is onnatuurlijk. En daarmee schadelijk. Laten we de hoeveelheid licht terugbrengen naar volle maan, of minder.

Tags: